Lady Curzon
Lady Mary Curzon was de echtgenote van de onderkoning van India. We spreken over het eind van de negentiende eeuw. Het was Indiërs destijds verboden alcohol te drinken en men verwachtte dat ook de westerse machthebbers zich daarvan onthielden. Blijkbaar had Lady Mary toch af en toe trek in een neut en liet daarom een ferme scheut sherry aan haar soep toevoegen. Sinds die tijd heet dit gerecht Lady Curzon soep. Het ware beter geweest als de Indiërs ook die soep hadden verboden, want het ging om schildpadsoep.
Eerlijkheidshalve moet ik bekennen zelf ook één keer Lady Curzonsoep te hebben gegeten. Dat was tijdens een kerstdiner aan het eind van de jaren vijftig – ik was een jaar of zes en over natuur en beschermde diersoorten werd toen nog heel anders gedacht; dit ter mijn, zij het zwakke, verdediging. Gemeld moet helaas worden dat schildpadsoep in blik nog steeds te koop is en dat enkele recepten op internet nog altijd gewag maken van het toevoegen van een blikje ervan. De meeste recepten gaan gelukkig uit van zeer sterke bouillon van ossenstaart, kip of groente. Een ‘blok’ kan denk ik ook, want de sherry overheerst toch elke andere smaak. Overigens heeft Lady Curzon ook veel goed werk gedaan, met name rond de zorg en de emancipatie van vrouwen. Er wordt gefluisterd dat ze model heeft gestaan voor Lady Grantham uit de serie Downton Abbey; de soms narrige, o zo Britse, wijze en sluwe grootmoeder.
Het is een stikdonkere nacht als we van Galibi de Marowijne oversteken naar Frans Guyana en daar langs de kust varen. Bootsman en gidsen speuren het strand af op zoek naar sporen van schildpadden. Al snel zijn die gevonden en een eindje verderop gaan we aan land. Gelukkig is het droog. Het is grote regentijd en tijdens de vaartocht naar Galibi zijn we ’s middags al geheel doorweekt geraakt. Voor een schelpenverzamelaar is het jammer dat het aardedonker is. Zo vaak kom je in Suriname niet op een strand. Maar dat terzijde.
Gewapend met zaklampen die rood licht uitstralen (wit licht is verboden) leiden de gidsen ons naar de eerste twee schildpadden. Het zijn groene schildpadden, ook wel soepschildpadden genoemd. Eén is op de terugweg naar zee, de andere in een soort trance bezig eieren te leggen. Dochter Sandra was hier een maand eerder geweest en had ons al verteld wat een indrukwekkend schouwspel dit is, maar als je het zelf aanschouwt overtreft het alles wat je je ervan had voorgesteld.
We lopen terug en gaan vanaf de boot een stuk de andere kant op. Daar treffen we een lederschildpad (leatherback). De eerste van dit seizoen, zegt onze gids. Nadat de eieren zijn gelegd, maakt ze het nest weer dicht. Onze gids gaat naast het dier liggen. “Ik ben één meter tachtig lang”, zegt hij. De schildpad is zeker veertig centimeter langer. Ietsje verderop baant een ander exemplaar zich een weg terug naar zee. De sporen die ze achterlaat lijken van een tractor afkomstig. Je wordt stil van zoveel grootsheid! Jammer dat het bij het rode licht nauwelijks mogelijks is om een foto te maken.
We vinden een nest dat is leeggegeten door honden uit het naburige dorp. En hoewel er ook bewaking op de stranden is, worden toch veel nesten leeggehaald door stropers, hoe de dieren ook hun best doen predatoren op het verkeerde been te zetten door schijnnesten te maken. Op de Filippijnen heb ik ook eens een legstrand bezocht, overdag en bezaaid met badgasten. Plaatselijke vrijwilligers zetten daar hekken om nieuwe nesten, zodat er niets beschadigd of geroofd kan worden. Simpel en effectief! Drie weken na ons bezoek aan Galibi lazen we in de krant dat er op de oost-westverbinding een vrachtwagen was aangehouden met aan boord zevenduizend kareteieren. Er blijkt nog steeds een markt voor te bestaan.
Hou daar onmiddellijk mee op, beste mensen! Neem gewoon kippeneieren. Liefst in een kop overheerlijke saoto soep. En als je dat lekker vindt: voor mijn part met een flinke scheut sherry!
Dick Spijker