8-okt-2013
Afgelopen zondagochtend zijn we na een prachtige reis weer thuis gekomen, nog vol van de indrukken en herinneringen aan een vlekkeloos verlopen, schitterende reis.
Ons guesthouse Amice voelde direct goed aan, we werden vriendelijk ontvangen en telkens als we na “een expeditie” weer in Paramaribo kwamen, voelde het als thuiskomen. ‘s Morgens vroeg bij een kopje koffie op ons balkon genoten we van de vogels die in de palmboom van de buren hun domicilie hadden; we missen nu al de Grietje-bie met zijn felgele buik, die ons toezong. Van het zwembad hebben we meermaals gebruik gemaakt om de nodige verkoeling te krijgen. Het was even zoeken om in de buurt goede eetgelegenheden te vinden, maar na een eerste avond in een bar ongezellig Chinees restaurant, vonden we onze weg en hebben onder andere in Sarinah een heerlijke rijsttafel gegeten (Verlengde Gemenelandse weg), en op de laatste dag ontdekten we een nieuw Italiaans restaurantje in de Van Idsengaweg. En met de taxiservice vanuit het hotel waren we snel in het centrum; daar hebben we onder andere gegeten in Fort Zeelandia: ‘s avonds buiten onder een sterrenhemel, met uitzicht op de Suriname rivier en op vrijdag met een gezellig muziekbandje, werden we vervuld van een volmaakt vakantiegevoel!
Onze eerste excursie ging naar het Ping Pe jungle resort; we zijn uitstekend begeleid door onze gids Don, die veel van zijn kennis over de Marroncultuur en over de natuur op een vrolijke manier wist over te dragen. De tocht vanaf Atjoni met een volgeladen korjaal over de Suriname rivier, met af en toe kijkjes op de Marrondorpen en dan weer het laveren over en langs de stroomversnellingen, was een belevenis die we niet gauw zullen vergeten. Bij aankomst in het resort, wederom met heel vriendelijke ontvangst, werden we verrast door het doordringende geluid van de zangcicade; je denkt eerst aan een fabrieksfluit die lang aanhoudt, totdat je beseft dat het toch echt een beestje moet zijn, dat daar in het oerwoud van zijn aanwezigheid blijk geeft. Er werd uitstekend voor ons gezorgd en we voelden ons koningen in het woud.
De tocht naar het basiskamp, “back to basics”, was weliswaar zwaar, maar zeer de moeite waard; we kregen onder meer veel te horen over de wijze waarop de verschillende planten en dieren in de Marroncultuur een plaats hebben. We realiseerden ons hoe ver in het oerwoud kostgrondjes worden aangelegd en met welke rituelen dat gepaard gaat. De tocht naar Djumu bracht ons terug naar de tijd dat Nederland zich van zijn betere kant liet zien door het aanleggen van een nog altijd functionerend goed gezondheidscentrum; na de dorpswandeling langs het huis van de Granman, heerlijk in de waterpartij gebadderd bij de samenkomst van de Rio Grande en Rio Pico.
De excursie naar de Warappakreek gaf ons door de kundige uitleg van de gidse Njoek een beeld van de plantagecultuur; het museum bij “Bakkie” is zeer de moeite waard. Varend in de kreek zagen we onder andere rode ibissen en modderkruipers. De over de kreek neergevallen bomen werden tijdens de tocht vakkundig met een motorzaag verwijderd. Bij de Javaanse gemeenschap op Alliance kregen we een heerlijke nasigoreng en genoten we van hun uitbundig bloeiende planten.
Onze tweede uitstap ging per fiets naar Domburg; op zondag is de Winston Churchullweg lekker rustig en bij de Chinese supermarktjes kun je een koel flesje zuurzak kopen om wat verkoeling te krijgen. De ontvangst door Aad Farla in Surinat was heel hartelijk; de appartementen zijn van alle gemakken voorzien en zeer comfortabel. Vanuit Domburg bezochten we onder andere de plantentuin van Lydia Hermelijn aan de Meursweg. Op de terugweg dreigden we, daar waar schuilen praktisch onmogelijk is, een tropische bui over ons heen te krijgen, maar de weergoden waren ons goed gezind, en afgezien van zweet kwamen we droog over…
Onze derde uitstap vormde de kers op de toch al zo heerlijke taart, met het vliegtuigje vanaf Zorg en hoop naar Kabalebo. Tot onze verrassing werden we toch ondergebracht in een van de River Cabins en ook daar werden we bij onze ochtendkoffie toegezongen door de vogels. In de naast de Cabin staande Marapapalm hingen vruchten die door de Ara´s zeer werden gewaardeerd en vlakbij ons zaten ze al schreeuwend naar elkaar de vruchten op te peuzelen. Ijsvogels, reigers, tal van zwaluwtjes vormden het decor van ons verblijf. Ook zagen we de groene Ibis. Het aanvankelijk in de verte te horen gerommel, bleek naderhand van de brulapen te komen die zich een avond vlak bij ons in de bomen hadden verschanst en inderdaad lieten horen dat ze er waren! Imposant!
Tussendoor in Paramaribo hebben we nog genoten van een zeer kundige uitleg van de vrijwilligster in Fort Zeelandia over de geschiedenis van Suriname en van de grote markt, met name het gedeelte dat in beslag wordt genomen door de vele stalletjes met inheemse kruiden. Ook de ontvangst door Cathrine aan het kerkplein op onze eerste dag was heel plezierig en ontspannen.
Nog een paar meer praktische opmerkingen. We ontdekten dat we in Nederland hadden moeten regelen dat onze ING pas werd gedeblokkeerd voor gebieden buiten Europa. We hadden genoeg cash bij ons, dus een probleem hebben we niet gehad, maar het is wellicht goed er andere reizigers van op de hoogte te stellen (of hebben we er over heen gelezen).
We hebben veel gehad aan het boekje `Reisgids Suriname, buitenkansjes`, dat sowieso leuk is om te lezen. Datzelfde geldt voor het maandblad de Parbode, dat een mooi `kritisch onafhankelijk` beeld schetst van elementen van de Surinaamse samenleving.
Beste Suzette, nogmaals hartelijk dank voor de voortreffelijke organisatie van onze Surinamereis!
Paul de Jongh en Ruud Maurits