Maar dan echt
Jan en Marga renoveren een huis in Suriname om er uiteindelijk te gaan wonen.
Hun eerste bezoek aan Suriname tien jaar geleden, legde bij de Zuid-Hollandse Jan en Marga de kiem voor een grote verandering in hun leven. Ze werden verliefd op het land en na diverse vervolgbezoeken kregen zij het steeds serieuzere idee hier samen oud te willen worden. Inmiddels hebben ze na een rigoureuze verbouwing een krot omgetoverd tot een fijn huis in een idyllische omgeving en is de stap naar officiële emigratie niet ver weg meer.
Zij wilde naar het oerwoud, hij naar de gevangenis. Dat waren de wensen waardoor Marga en Jan uit het Zuid-Hollandse Oude-Tonge in 2014 in Suriname belandden. Daar kon zíj voor het eerst door een tropisch regenwoud wandelen en kon híj makkelijk naar buurland Frans-Guyana voor een bezoek aan de gevangenis Bagno uit de beroemde boekverfilming Papillon.
“We raakten al snel onder de indruk van Suriname”, zegt voormalig lerares Marga (nu 60). “De natuur is er indrukwekkend en de mensen zijn vriendelijk. Het bezoek smaakte naar meer en we gingen er daarna nog een aantal keren naar toe”, vult Jan (nu 64) zijn vrouw aan. Ze verkenden steeds andere gedeeltes van het land en genoten van hun reizen. Marga: “Gekscherend zeiden we tegen elkaar dat we hier wel oud zouden willen worden. Nou dromen mensen wel vaker hardop als ze ergens op een fantastische plek zijn, maar daar blijft het doorgaans bij. Wij wilden dat ook, maar dan écht.”
Het echtpaar had bij hun reizen naar Suriname gezien dat Saramacca in het noorden wel een fijn groen en rustig district zou zijn om te wonen. Waarschijnlijk hadden de ‘ Boeroes’ – afstammelingen van Nederlandse boeren in de 19e eeuw – daar ook zo over gedacht, toen ze zich destijds vestigden aan de Saramaccarivier. “Wij wilden ook aan de rivier wonen”, zegt Jan. “Veel van het leven in Suriname speelt zich af op en langs het water en dat trok ons aan.” Marga lachend: “overigens ook in het water. Er zwemt hier van alles rond, van piranha’s tot otters en van dolfijnen tot zeekoeien.”
Huis na de verbouwing
Uitzicht op het huis vanaf de rivier
Situatie voor de verbouwing
Na enig zoeken en wat lokale hulp vonden de twee in 2020, nog net voor de grote corona uitbraak, hun droomplek. Het was een stuk grond van de voormalige plantage Dirkshoop aan de rivier, in een rustige maar wel bewoonde omgeving, niet helemaal in afzondering van alles en iedereen. “Ook belangrijk”, noemt Jan, “dat er weliswaar veel via de rivier gereisd kan worden maar dat het vanuit hier ook goed mogelijk is om over de weg te gaan en dat is wel zo prettig als je ouder en minder lenig gaat worden. We zitten twee kilometer van de districtshoofdplaats Groningen en een uurtje rijden van Paramaribo.”
Overigens moest er nog wel een en ander gebeuren voordat er ook daadwerkelijk op het perceel kon worden gewoond. “Ten eerste”, vertelt Marga, kan je als buitenlandse particulier niet zomaar een perceel met grondhuur kopen. Dat kan wel bij eigendomspercelen en uit naam van een stichting. Dus hebben we eerst een stichting gekocht.”
Daarnaast stond er al wel een huis op het terrein, maar dat was een krot, ongeschikt voor bewoning.” Jan, die vrijwel zijn hele carrière werkzaam was in de bouw, vertelt dat van het huis alleen de gemetselde muren bleven staan, maar dat verder alles opnieuw moest worden opgebouwd. “De flinke klus is door werklui uit de directe omgeving uitgevoerd. Aanvankelijk stuurden wij de voorbereidende werkzaamheden aan vanuit Nederland. Maar dat werkte niet goed. De eerste aannemer liet het steeds afweten en het schoot niet op. We hebben toen een huis vlakbij kunnen huren en konden daardoor de controle op het project houden. Het is echt noodzakelijk om tijdens het bouwen zelf op de bouwplaats aanwezig te zijn. Met de tweede aannemer lukte het daarna prima en sinds juni dit jaar kunnen we er wonen. We zijn hier van alle gemakken voorzien inclusief zwembadje en zonnepanelen.”
Wonen doet het rentenierende – ‘wij kunnen hier met minder geld goed toe, maar voor Surinamers is het moeilijker om rond te komen’ – stel er overigens nog niet permanent. Marga: “Wij zijn nog niet officieel geëmigreerd. In het geval je per jaar langer dan acht maanden buiten Nederland verblijft, dien je je volgens de Nederlandse regelgeving uit te schrijven bij de gemeente waar je woont. Wij keren daarom nog steeds minstens vier maanden terug naar Nederland. Maar het is wel de bedoeling in de toekomst te emigreren.”
Voor mensen die ook met dergelijke grote verhuisplannen rondlopen, hebben Marga en Jan nog wel wat advies. “Uiteraard is een goede voorbereiding essentieel, ga niet over één nacht ijs. Zo bezochten wij bijvoorbeeld jaarlijks de emigratiebeurs in Houten, spraken we met veel emigranten en lazen we alles wat los en vast zat over het onderwerp. Start tijdig met het regelen van de benodigde documenten. Marga: “hou er rekening mee dat sommige dingen ter plaatse niet altijd in één keer goed gaan. Wij voegen vaak de woorden ‘als het goed is’ toe: Morgen komen ze het repareren, als het goed is… Als je iemand van de klok en strakke afspraken bent, kan het frustreren, maar, in ons geval, kwam het met geduld en vertrouwen altijd goed. Jan: “Het is belangrijk om een lokaal netwerk op te bouwen van vaklui. Wij kennen hier inmiddels al veel mensen en hebben het gevoel er bij te horen. Stel je open op, doe lokaal mee met de inwoners, ga naar dorpsfeesten en activiteiten. Wij voelden ons snel thuis.”
Met dank aan Jan en Marga vanuit Dirkshoop – Suriname
Interview: Wout de Bruijne
Uitzicht op de rivier voor de verbouwing
Jan en Marga op hun bootje Moi Gudu
Uitzicht op de rivier na de verbouwing