Vanaf het einde van de 19e eeuw kwamen er grote groepen Javanen naar Suriname om net als de Hindoestanen als contractarbeiders op de plantages te gaan werken. Toen door de crisis de meeste plantages ophielden te bestaan zijn veel Javanen zich gaan richten op kleinschalige landbouw.
Nog steeds is de Javaanse gemeenschap een hechte groep. Zeker buiten Paramaribo hechten ze zich nog aan veel tradities die van generatie op generatie worden doorgegeven. Javaanse jongeren voelen zich tegenwoordig wel meer Surinamers dan Javanen.